NL  -  FR  -  EN  -  DE

Kunstkringen in het Antwerpse, rond het einde van de 19de eeuw
 

KONINKLIJKE MAATSCHAPPIJ DER NIEUWE CONCERTEN - Antwerpen

 

HISTORIEK :

 
Deze vereniging is niet zo maar uit het niets haar werking begonnen. In 1850 reeds was te Antwerpen, onder de leiding van Frans Callaerts, een 'Société de Musique' ontstaan die als opzet had de muziekkunst in de havenstad te verspreiden en te bevorderen. In het bijzonder ging haar aandacht naar het grote koor- en symfonisch repertoire. Hier past het, de invloed en het grote belang van de Germaanse gerichtheid van Peter Benoit te beklemtonen. Meer dan te Brussel werd te Antwerpen de nadruk gelegd op de muziek uit Duitsland en Oostenrijk. Wegens een tekort aan geld moest deze vereniging na 25 jaar haar activiteiten stopzetten. In 1898, misschien wel met als voorbeeld Octave Maus te Brussel, ontstond onder impuls van enkele Antwerpse intellectuelen een vereniging die onder de naam 'De Kapel' zowel schrijvers, dichters, schilders en muzikanten samenbracht. Naast tentoonstellingen, lezingen werd ook de muziek geëerd. Hiervoor deed men beroep op de muzikale leiding van Lodewijk Mortelmans en op de naam van de wereldberoemde Antwerpse operazanger en Wagnerspecialist Ernest Van Dyck. Uiteindelijk mondde deze organisatie uit in wat in 1903 De Maatschappij der Nieuwe Concerten zou worden.
 
De Antwerpse 'Koninklijke Maatschappij der Nieuwe Concerten' was één van de belangrijkste concertverenigingen in België. In 1903 groeide de organisatie uit de licht anarchistische culturele kunstkring De Kapel.
 
Frans Franck Henri FesterDe feitelijke stichters waren :
- François Franck,
- Ernest van Dyck, beroemde Wagnertenor
- Maurice Huffmann en
- Henri Fester (twee ex-voorzitters van de ter ziele gegane Société de Musique)
Afbeeldingen: Frans Franck en Henri Fester
 
KMNC PosterMuziekdirecteurs waren Lodewijk Mortelmans (1903-1914) en Lodewijk De Vocht (1921-1936).
Dankzij het mecenaat van de Duitse handelskolonie in Antwerpen kon de vereniging grote internationale dirigenten en solisten aan het Antwerpse publiek presenteren.
Na de concerten was er altijd een diner bij Frans Franck thuis als afsluiter, met de dirigent of solist. Lodewijk Mortelmans, vergezeld van zijn vrouw Gabrielle Mortelmans, waren regelmatig hierbij aanwezig.
Lodewijk Mortelmans bereidde de concerten voor met orkest, soms dirigeerde hij zelf, maar soms was er een gastdirigent, of was er een solist, die uitgenodigd was om te spelen.
Alleszins had hij bijval met bijvoorbeeld de duitse namen op de affiche, en het Antwerpse publiek genoot er van.
Eens de handelskolonie financieel niet meer toeschoot, wegens de hoge kosten voor orkest en organisatie, eindigde ook dit verhaal.
 
 
MUZIKAAL ERFGOED
 
Het project rond het archief van de Maatschappij der Nieuwe Concerten van Antwerpen (uitvoerder: Jan Dewilde, promotor W. Michaël Scheck) kreeg tijdens de uitvoering van het project zijn definitieve titel: De Maatschappij der Nieuwe Concerten van Antwerpen: Lodewijk Mortelmans en De Kapel.
 
In een eerste fase werd het archief van de Maatschappij der Nieuwe Concerten, zoals het bewaard wordt in de bibliotheek van het Koninklijk Vlaams Conservatorium in Antwerpen, beschreven en geïnventariseerd in een database. Op die manier werd het archief ontsloten en toegankelijk gemaakt. Dit is absoluut noodzakelijk om een goed beeld te verkrijgen van de interne organisatie en van de impact van deze belangrijke Antwerpse concertvereniging. Zo is het bijvoorbeeld duidelijk dat de Maatschappij der Nieuwe Concerten, dank zij haar goede contacten met dirigenten, zangers en instrumentalisten, ook zwaar woog op het Brusselse concertleven. Voorts wordt uit de vele brieven van dirigent Lodewijk Mortelmans de orkestpraktijk uit de eerste decennia van de 20ste eeuw duidelijk.
 
In een tweede fase ging de projectuitvoerder op inspectie om nieuw materiaal te lokaliseren. Zo werd in een privé-archief een deel van de correspondentie terug gevonden tussen Lodewijk Mortelmans en Henri Fester, de voorzitter van de Maatschappij der Nieuwe Concerten.
Die brieven werpen een nieuw licht op het conflict tussen Mortelmans en de Maatschappij dat een verklaring biedt voor de vervanging na de eerste wereldoorlog van Mortelmans als dirigent door Lodewijk De Vocht. Uit deze brieven wordt namelijk duidelijk dat Mortelmans alle concerten zelf wilde dirigeren en liever geen gastdirigenten naast zich zag. Het bestuur van de Maatschappij der Nieuwe Concerten wilde op dat punt niet toegeven. Begrijpelijk, want dankzij de internationale contacten van Ernest Van Dijck kon de concertvereniging wereldberoemde dirigenten als Gustav Mahler naar Antwerpen halen.
 
Dit project zal uiteindelijk resulteren in:
1. Een beschrijving van het muziekaandeel in de activiteiten van de Kapel (concerten, muzikale opluistering van manifestaties, de rol van musici in de Kapel);
2. Een gedetailleerde historiek van de Maatschappij der Nieuwe Concerten (met een exhaustieve lijst van de concerten);
3. Een beschrijving van de rol die de componist en dirigent Lodewijk Mortelmans in zowel de Kapel als de Maatschappij der Nieuwe Concerten heeft gespeeld;
4. Een uitgebreide inventaris van het archief van de Maatschappij der Nieuwe Concerten.
De projectresultaten zullen gepubliceerd worden in twee hoofdstukken van het op stapel staande boek over De Kapel (red. Stijn Vanclooster).
 
Archief van de Koninklijke Maatschappij der Nieuwe Concerten in Antwerpen (ca. 11 lm)
Het muziekarchief bevat de archiefstukken van 1903 tot 1936: facturen, kasboeken, begrotingen, contracten, verslagen, foto's, brieven,..., affiches, programmabrochures en krantenknipsels.
Het bestand bestaat uit een groot deel van het administratieve archief van de Koninklijke Maatschappij der Nieuwe Concerten. Het vormt de administratieve geschiedenis van de orkestverening. Enkele stukken zijn verloren gegaan.
Bewaarplaats: Hogeschool Antwerpen Departement Dramatische Kunst, Muziek en Dans - Bibliotheek
 
Publicaties:
* De Koninklijke Maatschappij der Nieuwe Concerten. 1903-1928, uitg. dr. M. Gevers & H. De Curzon, s.l. (Antwerpen), s.a. [in beide landstalen]
* De Koninklijke Maatschappij der Nieuwe Concerten. 1928/29-1932/33, Antwerpen, s.a.
 

 

LIJST VAN ENKELE GENODIGDEN

 
Tal van befaamde artiesten werden in Antwerpen uitgenodigd.
Onder hen verschillende grote namen:
 
Gustav Mahler
Gustav Mahler
oostenrijks componist en dirigent
Siegfried Wagner
Siegfried Wagner
duits dirigent, opera regisseur en componist
(derde kind en enige zoon van Cosima & Richard Wagner)
Sergei Prokofiev
Sergei Prokofiev
russisch componist en pianist
Igor Stravinsky
Igor Stravinsky
russisch componist en dirigent
Pablo Casals
Pablo Casals
catalaans cellist
Sergei Rachmaninov
Sergei Rachmaninov
russisch componist, pianist en dirigent
Pablo de Sarasate
Pablo de Sarasat
spaans violist en componist
Jacques Thibaud
Jacques Thibaud
frans violist
Claudio Arrau
Claudio Arrau
chileens pianist
Hans Richter
Hans Richter
oostenrijks-hongaars dirigent
Nathan Milstein
Nathan Milstein
russisch violist
Richard Strauss
Richard Strauss
duits componist en dirigent

 

INTERNATIONALE WEDSTRIJD

 
Uit Algemene Muziek Encyclopedie :
"Flor Alpaerts kaapte de eerste prijs weg met zijn symfonisch gedicht 'Cyrus' (1905) in een internationale wedstrijd, uitgeschreven door de Maatschappij Der Nieuwe Concerten, met een schitterende jury, samengesteld uit Vincent d'Indy, Humperdinck, Jan Blockx, Lodewijk Mortelmans en Dubois.
In 1919 werd Flor Alpaerts benoemd tot dirigent van de Antwerpse Dierentuinconcerten en in 1920 tot kunstleider van het Peter Benoitfonds. Door deze beide benoemingen verkreeg hij de leiding over een volledig en bestendig werkend orkest, benevens kans op grootscheepse uitvoeringen van Benoitwerken.. ..Hij werd als gastdirigent gevraagd aan het hoofd van de voornaamste binnen- en buitenlandse orkesten en dirigeerde o.a. in Knokke, Spa, Gent, Luik, Parijs (Pasdeloup-concerten), Marseille, Cannes, Den Haag, Utrecht, Rotterdam, Leeuwarden, Praag en Warschau. Op al deze kunstreizen liet hij steeds volkomen recht wedervaren aan de Vlaamse muziek, overal voerde hij werken uit van Benoit, Blockx, Gilson, Mortelmans en De Boeck, benevens zijn eigen scheppingen".
 
 

LITERATUUR : ANTWERPSE MUZIEK - EPHEMERA

Toneel, Concert & Opera - 1860 - 1920
Amand de Lattin - antwerps geschiedschrijver
 
Antwerpse Ephemera 1860-1920 Uittreksel omtrent ...De Vlaamse Opera in Antwerpen:
De vlaamse opera's waren eerder schaars, en moesten dus gemaakt worden. Jan Blockx opende de reeks met zijn 'Herbergprinses'. Volgde zijn 'De Bruid der Zee', 'Baldie', en 'De Kapel', allen op tekst van Nestor de Tière.
...In dezelfde jaren schreef Paul Gilson zijn 'Prinses Zonneschijn' op een libretto van Pol de Mont; August de Boeck 'Winternachtsdroom' op tekst van Leonce du Catillon, 'Théroigne de Méricout' en 'La Route d'Emeraude' naar de roman van Eugène Demolder. Wambach kwam aandragen met zijn 'Quinten Matsijs' op tekst van Raf Verhulst; Julius Schrey met 'Arendsnest' van August Monet. Later voegden zich daarbij nog Lodewijk Mortelmans met zijn 'Kinderen der Zee', Edward Verheyden met 'Heibieken' en 'De Geest', Schoemaeker met zijn 'Swane', Renaat Veremans met 'Anne-Marie'. ...
 
Uittreksel omtrent ...De Nieuwe Concerten:
Men herinnert zich wellicht dat wij voor de eerste wereldoorlog in Antwerpen de vereniging der 'Nieuwe Koncerten' hadden, die haar koncerten gaf in de Royal voor een selekt publiek, en dit grotendeels dan zij de financiële steun van de toenmalige zeer machtige Duitse kolonie te Antwerpen.
 
Dat voor die 'Nieuwe Koncerten', lange tijd daarvoor zelfs, de koncertvereniging der 'Volkskoncerten' bestond die buitengewoon bedrijvig was, is men vergeten. Deze werden geleid door Constant Lenaerts.
   ...In feite werden de volkskoncerten verdrongen door de Nieuwe Koncerten.
Leider van deze koncerten was Lodewijk Mortelmans, tot hij in die hoedanigheid werd opgevolgd door Lodewijk De Vocht.
 
De Nieuwe koncerten beschikte over geld en invloed. Van meetaf gold hun koncerten als topprestaties op muzikaal gebied. Bijzonder Vlaamsgezind was deze vereniging niet en zelden bracht zij Vlaams werk op haar programma's. Eenmaal heb ik van op de 'uil' een uitvoering van de ouverture tot Benoit's 'Charlotte Corday' bijgewoond, onder de direktie van Mortelmans. De uil die stampvol jonge artisten en flaminganten zat (dit soort volgde toen steeds van op het uilenkot de uitvoeringen van de 'Nieuwe Koncerten'), applaudisseerde als dol, eiste een tweede maal de ouverture. Het was als een uiting van de wrevel tegen de stelselmatige boycot van Vlaams werk, tevens een hulde aan Benoit, even versmaad als al de andere Vlamingen.
 
De zaal (de elite van het publiek) keek geamuseerd en tevens enigzins misprijzend naar de luidruchtige bent der hoogste regionen. En... Mortelmans ging niet op de eis in.
 
Als dirigent is hij overigens nooit bizonder geapprecieerd geworden. Hij was een fijnzinnig poëet die vermaard werd door zijn liederen die terecht opgang maakten. Schreef ook sympfonisch werk van een stijlvol artistiek gehalte, maar niet steeds evenwichtig van lijn en bouw. Met dat al, toch één der grootsten na Benoit.
Schreef ook een opera, 'De Kinderen der Zee', dat door onze Opera werd opgevoerd, maar het niet verder bracht dan tot een welwillend onthaal, en zich niet op het repertorium heeft kunnen handhaven.
 
Nors en eenzelvig, maakte Mortelmans, over het algemeen geen zeer sympatieke indruk. Maar hij was een man uit één stuk die nooit zijn mening onder stoelen of banken heeft gestoken. Voor zijn leermeester Peter Benoit, koesterde hij een grenzeloze verering, en hij heeft hem verdedigd met woord en pen toen het mode werd kleinerend op de stichter van onze Vlaamse Muziekschool neer te zien.
 
In een zijner laatste opstellen, tijdens de herdenking van de 50e verjaring van Benoit's afsterven, misschien een zijner laatste voor hij zelf stierf, komt hij nog uit al zijn kracht op voor Benoit, de 'geniale' Peter.
 
© Uitgeverij De Vlijt, Antwerpen MCMLX
(Vanuit overleveringen van meerdere familieleden vernemen we dat Lodewijk Mortelmans een gematigde houding aannam ten opzichte van deze vlaamse beweging. Dit bewijst misschien wel waarom zowel Lodewijk als Frans zich beperkten in hun lidmaatschap tot de vele Antwerpse Kunstkringen.)
 
 

ARTIKEL : DE NIEUWE GAZET

Woensdag 28 SEPTEMBER 1904 - De Nieuwe Koncerten
 
De Nieuwe Gazet
Zooals wij gisteren gezegd hebben, zijn door de Maatschappij der "Nieuwe Koncerten" van nu af reeds de programma's geheel bekend gemaakt van de vier muziekuitvoeringen welke zij in den loop van dezen Winter denkt te doen gebeuren.
 
De eerste zal gegeven worden door het orkest der Lamoureux-koncerten van Parijs onder de leiding van den heer Chevillard die het vorig jaar reeds hier kwam dirigeeren, en de drie andere door het gewoon orkest van de maatschappij, eenmaal onder dat van Lodewijk Mortelmans en de laatste maal onder het bestuur van Felix Mottl.
Voorzeker zullen al dèze berichten bij het kunstlievend publiek een heel wat gunstiger onthaal treffen dan het verbazend nieuws, dat op geen der vier programma's de naam van een Belgischen toondichter voorkomt.
 
De Nieuwe Gazet 1904Wij noemen dit nieuws verbazend, en waarachtig, dàt is het wel. Hadden wij, in die lange lijst van liederen, symfonieën, openingstukken en fragmenten van zangspelen, al ware 't slechts één nationaal werk kunnen ontdekken, wèl zou het ons dan veroorloofd geweest zijn, te klagen over gebrek aan eerbied ten opzichte van de Belgische muziekkunst, maar op géén manier toch hadden we mogen veronderstellen dat de maatschappij van de Nieuwe Koncerten eenige reden moet hebben om stelselmatig al onze toondichters, Walen zoowel als Vlamingen, in den ban te slaan.
En dat veronderstellen we nu wèl.
 
Zooals dit programma daar vóór ons ligt, is het een betooging tegen de Belgische muziekschool, waarvan het vernederende niemand zal ontsnappen ; wij hadden bijna gezegd : een klap vlak in het gelaat van Blockx, van Wambach, van Gilson, van Tinel, van De Boeck en van zooveel anderen nog die in dezen tijd ten onzent de toonkunst gedreven hebben tot een hoogte die nimmer te voren zij had bereikt.
En nu hebben wij nog niet eens den naam van den leider-zèlven der nieuwe koncerten genoemd, van Lodewijk Mortelmans, wiens "Homerische Symfonie" alléén al hem een plaats zou moeten bezorgen vóór menige onbekende Fransche celebriteit welke thans op die programma's prijkt.
 
Stellig is ons vertrouwen in de bevoegdheid van het bestuur der Nieuwe Koncerten groot genoeg opdat we er niet àl te zeer aan twijfelen zouden, dat de gewrochten van Camondo, Debussy en Chevillard die ons beloofd worden, kristalzuivere meersterstukken zijn, ten volle een plaats waardig tusschen gewrochten van Berlioz, Beethoven en Wagner; edoch dààrom gelooven wij dichters zoo diep in de schaduw zouden stellen als het bestuur der nieuwe koncerten misschien wel vreest.
Het feit alléén dat op het werkplan van een zóó belangrijke muziekinstelling te Antwerpen-zèlf niet eens de naam van Peter Benoit voorkomt, zou al dubbel en dik ons protest wettigen, zelfs wanneer wij geen enkelen anderen komponist vooruit durfden zetten.
Maar hoevélen zijn er niet geweest en zijn er nóg niet, aan wie elke toonkunst-instelling op Vlaamschen grond de uitvoering hunner gewrochten verschuldigd is?
 
Stelde de maatschappij der Nieuwe koncerten een orkest van honderd man samen, dan moet het toch wel haar bedoeling geweest zijn, ten minste in hoofdzaak, het Antwerpsch publiek speciaal op die scheppingen te vergasten welke alleen met zóó rijke middelen behoorlijk kunnen worden uitgevoerd. En dat heeft ze dan ook het vorig jaar gedaan. Ditmaal echter kondigt zij geen enkel werk aan waarvoor het dubbel van een gewoon orkest volstrekt noodzakelijk is, en die dus de kapen van de Hamronie die van de Zoologie en die onzer twee lyrische Schouwburgen - om er nu de "Orkestvereeniging" nog buiten te laten - niet in even goede voorwaarden uit kunnen voeren.
 
Waarom toch - wij vragen het eens - al die kostbare kracht verspild aan rhapsodieën, serenaden, capriccio's, droomerijen en begeleidng van liedjes, waar gewrochten maar voor 't grijpen liggen als De Zee van Gilson om slechts dàt te noemen van die prachtstukken onzer nationale kunst welke schier nooit in de vereischte voorwaarden konden uitgevoerd worden, wijl de middelen ontbraken waarover thans de "Nieuwe Koncerten beschikken. en als er dan toch brokstukken uit zangspelen uitgevoerd moeten worden, konden dan niet eenige gedeelten van Benoit's lyrische dramas worden te voorschijn gehaald van onder het stof waar zij wel eeuwig bedolven kunnen blijven als 't zoo voortgaat? En 'lijk we hooger al gezegd hebben: Blockx en Wambach, Tinel en de Boeck, Waelput en Cesar Franck, hebben die dan niets geschreven wat aanspraak mag maken op de middelen tot uitvoering waarvoor de maatschappij der "Nieuwe Koncerten" den steun der Antwerpsche bevolking inroept?
 
Gaarne willen wij gelooven dat er zekere omstandigheden kunnen zijn die den leiders, aan vreemde werken den voorkeur te schenken, edoch, indien er hier geen vijandschap tegenover de Belgische muziekschool in het spel is - wat wij gaarne willen hopen, - dan twijfelen wij er niet aan, of dit verzet van een blad, dat het zóó geestdriftig haar werk heeft gesteund, zal voldoende zijn om de "Maatschappij der Nieuwe Koncerten" te doen besluiten tenminste toch op één van haar programma's een plaatsje in te ruimen voor een nationaal gewrocht dat zulks ten volle waardig is.
 
'De Zee' van Paul Gilson,... om een bepaald voorstel te doen.
(getekend:) RIP.
 
 

ERNEST VAN DER EYCKEN

Uit: Blijven doordoen! ’Een gesprek met de negentigjarige componist en dirigent Ernest Van der Eyken'

 
Ernest Van der Eycken... (1931)  
Lodewijk Mortelmans was toen directeur. Hij was een uitstekend componist, maar een man van het verleden... ...De reden waarom er zoveel conservatieve leraren aan het conservatorium waren, ligt bij Peter Benoit. Of liever bij zijn opvolgers en navolgers. Benoit was een groot componist, laat dat duidelijk zijn, maar velen die achter hem kwamen, van Jan Blockx tot Jef Van Hoof, bleven in zijn sporen stappen en hadden geen oren naar nieuwe muziek. We moesten het dan maar zelf uit partituren halen.’
... 
Van der Eyken heeft ook gemusiceerd onder grote internationale dirigenten die toen geregeld Antwerpen aandeden.
 
‘In het orkest van de Maatschappij der Nieuwe Concerten kregen we naast De Vocht ook beroemde dirigenten uit het buitenland. Zo heb ik gespeeld onder Maurice Ravel en Igor Stravinsky. Van Stravinsky heb ik zelfs complimenten gekregen, omdat ik een solo naar zijn zin speelde. Ik speelde (altviool) ook in het orkest van de Vlaamse Opera. Daar heb ik het geluk gehad om Richard Strauss te mogen meemaken in zijn ‘Salome’. De meeste collega’s vonden hem een hele goede componist, maar geen goede dirigent. Dat is typisch, dat heb ik in de loop der jaren wel geleerd: orkestmusici zijn meestal de ergste criticasters van een dirigent en ze zijn niet altijd even rechtvaardig of juist in hun oordeel.’
 
Dirigeren is een vak, een stiel, een techniek...
... 
Gedurende vele jaren was Van der Eyken lid van nationale en internationale auteursrechten- en componistenverenigingen
 
Jan Dewilde
Uit: Tentoonstelling: “De Russen komen ... naar Antwerpen. Russische muziek in de 'Nieuwe Concerten'”

 

Bronnen: LFM - Raymond Vervliet - Jan De Wilde, artesis.be - KANTL Gent - dbnl.org - Wikipedia - Roland Coryn, curator Harelbeekse Muziekbiënnale 2009

 

lfm logo